Beroofd van of dóór de waarheid?
De namen van de personen in deze zaak zijn fictief evenals de in dit artikel genoemde woonplaatsen
Het geluk van het echtpaar Harmsen kon niet op; drie schatten van kinderen in de leeftijd van 9, 6 en 4 jaar en een vierde op komst. Moeder Herma had het alleen niet zo makkelijk. Haar man Joris had een zware baan en verbleef daardoor ook vaak in het buitenland.
Haar huidige zwangerschap was pittig te noemen met forse pijn aan haar rug en als gezegd drie kinderen, die allemaal de nodige aandacht behoefden. Om af en toe wat (frisse) lucht voor zichzelf te creëren ging zij regelmatig met de twee jongste kinderen naar een park in de buurt.
Daar konden de kinderen lekker spelen en Herma kon daar even tot zichzelf komen. De buurt waar zij met haar gezin woonde, liep namelijk nogal terug en haar buren waren ook niet de makkelijkste.
Ook om die reden ontvluchtte zij met regelmaat haar woning. Onlangs was zij er op de school waar de kindertjes Harmsen op zaten, via enkele andere moeders achter gekomen dat er steeds meer in haar woonomgeving werd ingebroken.
Meerdere gezinnen die met haar kinderen op dezelfde school ‘Wijkpret’ in Amsterdam-Noord zaten, waren daar volgens haar het slachtoffer van geworden.
Zij voelde zich altijd al ongemakkelijk als haar man op zakenreis was, maar door deze wetenschap voelde zij zich nog minder op haar gemak. Zij had van andere moeders op school begrepen dat bij die inbraken regelmatig sieraden en computerapparatuur werden gestolen.
Op een mooie woensdagmiddag had zij weer het plan opgevat om met de jongste twee telgjes naar het Havenpark te gaan. Iets in haar maakte haar die middag echter nogal onrustig.
Zij verzamelde dan ook haar dure sieraden met een waarde van ongeveer € 3.500,- en stopte die in een plastic tas. Die plastic tas stopte zij weer in haar handtas, die zij vervolgens stevig vasthield en meenam naar het park. Als gebruikelijk ging het oudste kind met een vriendje in de buurt ergens voetballen, zodat zij daar geen omkijken naar had.
In het Havenpark ontmoette zij een andere zwangere moeder met haar twee kinderen en zij raakten met elkaar aan de praat over alle leuke en minder leuke kanten van deze bollebuikelarij.
Herma zette haar handtas rechts naast haar op het bankje en de andere moeder nam links naast haar plaats.
Na ongeveer een klein half uurtje merkte Herma dat op deze zonnige middag plotseling een schaduw achter het bankje opdook, waarbij deze nogal lange armen bleek te hebben. In wat nog minder dan één tel kan worden omschreven, werd haar handtas met sieraden en andere zaken weggenomen.
Zij schreeuwde nog om hulp en probeerde met de andere zwangere vrouw iets te ondernemen, maar dat was eigenlijk ijdele hoop. De twee ‘buikies’ redden het niet tegen een tengere gestalte met haar handtas. Weg tas, weg sieraden, weg huissleutels; alles in een onbewaakt ogenblik verdwenen.
Haar hoofd suisde; wat moest zij doen? Ook haar mobieltje zat in de handtas.
Zij gokte dat er nog iemand van de leraren op de school van haar kinderen was. Zo snel als mogelijk was, waggelde zij met haar kinderen naar school, waar de directeur inderdaad nog aanwezig bleek te zijn.
Zij deed met horten en stoten haar verhaal, waarna de schooldirecteur haar weer enigszins tot rust wist te krijgen.
Deze belde de politie die voor de zekerheid bij de woning van Herma ging kijken want ja…, de huissleutels waren natuurlijk ook gestolen en er zaten meerdere zaken in haar handtas waar ook haar adresgegevens op stonden vermeld! Het zou op die manier wel erg makkelijk worden om haar woning binnen te komen.
Daar bleek gelukkig niets aan de hand te zijn en via bemiddeling door de politie werd ook een slotenmaker gebeld, die het bestaande slot in de voordeur open boorde en een ander slot aanbracht.
De daders konden dus in ieder geval niet meer zonder slag of stoot de woning van Herma en haar gezin binnenkomen.
Vervolgens werd door Herma aangifte gedaan bij de politie van deze brutale tasjesroof.
Gelukkig had zij er niets aan overgehouden; sterker nog, zij had volgens de inhoud van de politieaangifte niets van ook maar ìets gewelddadigs tegen haar ervaren.
Zij kon een beperkt signalement van de brutale straatrover geven en de politie zou kijken wat zij daarmee kon ondernemen.
Herma belde vanuit huis naar haar man en vertelde wat er was gebeurd; zo goed en kwaad als het kon stelde deze haar gerust en beloofde zo spoedig mogelijk weer vanuit Tsjechië naar Nederland terug te komen.
Enkele dagen later was het gezin Harmsen weer redelijk tot rust gekomen en vond manlief Joris na overleg met Herma het ‘beter’ om een aanvulling te doen op de eerste aangifte bij de politie.
Hierdoor werden de omstandigheden waaronder deze beroving had plaatsgevonden plotseling wel erg anders; Herma had toch een zekere mate van geweld ervaren, zo stelde zij.
De handtas met dure inhoud was, toen deze over haar schouder hing, van haar rechterarm af getrokken en zij had behoorlijk weerstand moeten bieden tegen de agressieve dader.
Hé, dat werd toch wel heel wat anders dan het eerste verhaal dat bij de politie was verteld. De reden werd al gauw duidelijk; de diefstal van de handtas met inhoud onder de eerste omstandigheden viel niet onder de dekking van de polis en de gewelddadige roof wel. Kennelijk had manlief de polis goed bestudeerd na thuiskomst uit Tsjechië!
Goede raad was duur en ik benaderde de directeur van de school met toestemming van Herma.
Deze vertelde mij als getuige uit de eerste hand dat Herma enkele weken daarvoor op een woensdagmiddag volledig overstuur met haar kinderen en een andere moeder van school bij hem op bezoek was gekomen.
Zij vertelde hem dat zij was beroofd van haar tas, die naast haar op een bank stond in het Havenpark en dat zij niets van de diefstal had gemerkt.
Gelukkig, zo verklaarde de schooldirecteur, had zij er niets aan overgehouden aangezien de handtas eigenlijk ongemerkt was weggenomen van de bank in het park.
Dat was helder! Er was dus kennelijk (los van de uiterst vervelende diefstal) niets wat een claim op de uitgebreide inboedelpolis in dit geval rechtvaardigde.
Voor de zekerheid werd ook nog de politieman door mij benaderd, die Herma kort na het voorval had gesproken en die bevestigde eigenlijk wat de schooldirecteur ook al tegen ons had verteld.
Op naar Herma. Haar man was ook thuis en met beiden werd de zaak in detail besproken.
Ik confronteerde hen met de informatie, die inmiddels op tafel lag en zij bleven erbij dat Herma op een uiterst vervelende manier in het Havenpark met geweld van haar handtas met inhoud was beroofd.
Er was van onze kant uit dan ook geen basis om op grond van de polis een uitkering aan het gezin Harmsen te verstrekken.
Ook een getuige die door manlief naar voren werd geschoven als iemand die de gewelddadige beroving kon bevestigen, bleek op het laatste moment toch ook weinig te kunnen aanvoeren wat een ‘gewelddadige beroving’ zou moeten opleveren.
Wel triest dat deze straatroof de jonge zwangere moeder moest overkomen, maar van onze kant was er geen enkele reden om de door deze verzekerde bijgestelde versie van de vervelende roof te moeten honoreren.