Dubbel focus op een bijzondere nota
De namen van de personen in deze zaak zijn fictief evenals de in dit artikel genoemde woonplaatsen
Een tijdje geleden ontving ik een brief van de afdeling Slachtofferhulp van het Parket van de Officier van Justitie te Assen.
In die brief was onder andere vermeld dat de ‘verdachte’ Van der Cend was veroordeeld tot een geldboete van € 300,- én het betalen van onze onkosten c.q. onze schade als gevolg van onnodig onderzoek na een ingediende schadeclaim. Het kwam erop neer dat mevrouw Van der Cend aan onze opdrachtgever een bedrag van € 475,- moest betalen. Kortom, in totaal was zij veroordeeld tot (in feite) een boete van € 775,- (én krijgt zij de door haar geclaimde schade van € 470,- niet uitgekeerd).
De ervaring door de loop van de jaren heen leert dat Justitie niet zo erg onder de indruk van fraudezaken bij verzekeraars is. Men gaat er een beetje van uit dat verzekeraars hun zaken meestal wel zelf kunnen opknappen. Wat wel opvalt is dat in zaken waarin het om aansprakelijkheidsschades gaat, hoe klein ook én met een frauduleus karakter, toch veroordelingen volgen op aangiften bij de politie. Dat is althans mijn ervaring bij.
In dit geval had de verzekerde partij Maartje Muntenga uit Assen een claim ingediend omdat zij met haar redelijke volumineuze derrière op de bril van vriendin Sheel van der Cend was gaan zitten. Sheel had haar nog gewaarschuwd dat haar bril op de driezitsbank lag, maar ja… maatje 44 bij dame Muntenga was net niet klein genoeg om de bril te kunnen ‘missen’ kan ik u verklappen. Sheel was hevig ontdaan, want de bril met een voor haar bijzondere en emotionele waarde was bezweken onder het gewicht van haar vriendin.
Onze verzekerde was ook radeloos en troostte Sheel met de woorden dat zij wel voor een oplossing zou zorgen. Zij besprak de zaak met haar intermediair, die haar adviseerde een schadeformulier in te vullen en via hen bij onze opdrachtgever in te dienen.
Zo gezegd en vooral zo gedaan; alles zou goed komen was de insteek. Voor de zekerheid belde zij nog even met de schadeafdeling van onze opdrachtgever, waar zij te horen kreeg dat haar vriendin de aanschafnota van de beschadigde bril ook via de mail kon insturen.
Dat maakte het nog makkelijker natuurlijk; de nota werd ingescand opgestuurd en door de schadebehandeling bekeken.
Vreemd was dat het leek alsof er wat met de cijfers op de nota was gerommeld.
De schade werd vervolgens met mij doorgesproken, waarna een onderzoek werd gestart. Contact met de schadelijdende Sheel van der Cend leerde dat zij geen originele nota kon verstrekken en die wilden wij toch echt graag in ons bezit krijgen.
Het zat de schadebehandelaar en mij namelijk niet lekker, dat er alleen ‘op zicht’ al met de cijfers op de ingescande nota leek te zijn gerommeld.
Volgens mevrouw Sheel had zij geen originele nota meer in haar bezit. Op de vraag hoe het dan kwam dat zij de nota dan toch ingescand had kunnen opsturen kwam het alles verlossende antwoord dat zij de gewoonte had nota’s direct na aankoop van een bepaald product in te scannen op haar computer en deze op die wijze te bewaren. De originele nota werd volgens haar dan altijd snel weggegooid.
‘Ja, ja’, dacht ik, ‘het zal wel’, maar echt geloven deed ik haar niet.
Ik nam contact met onze verzekerde Maartje Muntenga op en die kon ons ook niet veel meer dan de ons al bekende informatie verstrekken.
De volgende stap was de leverancier van de bril te bellen. Opvallend was dat die in Zuid-Limburg was gevestigd, terwijl zowel onze verzekerde als de tegenpartij in het noorden van het land wonen!
De opticien bleek al snel een kopie van de originele aankoopbon te kunnen ophoesten en die werd ons diezelfde dag nog per fax toegestuurd. Hé… ons vermoeden werd bevestigd; meerdere cijfers op de door de tegenpartij verstrekte nota waren aangepast ten opzichte van de door de opticien verstrekte nota! De aanschafprijs van de bril op de originele nota lag € 200,- lager dan onze betrokkenen beweerden.
Vervolgens zocht ik nogmaals contact met onze tegenpartij Van der Cend en die stond behoorlijk met haar mond vol tanden. Een goede verklaring hoe dit allemaal nu gebeurd was kon zij echter niet geven. Ik deelde haar vervolgens mede dat ik de zaak dan toch aan de politie in haar woonplaats moest voorleggen.
Hier reageerde zij niet of nauwelijks ‘onthutst’ op en de aangifte was een feit, gevolgd door de in het begin van dit artikel genoemde veroordeling.
Het was allemaal niet handig van Sheel, maar ik heb toch wel sterk de indruk dat dit een eenmalige misser van haar is geweest.
Zij heeft inmiddels een schaderegeling met opdrachtergever getroffen en betaalt die in drie termijnen af, zodat ook haar blikveld straks weer ‘scherp’ is…