06 13 85 26 14 contact@SOD-Onderzoek.nl

ZOETERMEER – De 55-jarige Henk ging eerder dit jaar compleet door het lint toen agenten hem staande hielden, omdat hij bezig was met zijn telefoon terwijl hij op de fiets zat. Hij bedreigde een van de agenten in Zoetermeer met de dood en maakte ze voor alles en nog wat uit.

Dit is een verhaal uit onze serie Bij de Politierechter.
‘Ik hak je kop eraf als ik word vrijgelaten’, zou de 55-jarige Zoetermeerder op 19 juni tegen een agent hebben geroepen. Om zijn woorden kracht bij te zetten, maakte hij ook nog een ‘snijdende beweging’ langs zijn eigen keel. De man met wit kort haar en gekleed in korte broek met wit T-shirt, is nu een stuk rustiger als hij plaatsneemt in de rechtszaal. ‘Ik schaam me dat ik hier zit en dat ik me heb laten verleiden tot dat gedrag’, begint hij zijn verhaal als de rechter vraagt wat er is gebeurd.
In juni werd Henk door agenten betrapt met zijn telefoon in zijn hand, terwijl hij aan het fietsen was. De situatie escaleerde al snel. Henk brandt los tijdens de zitting: ‘Afgelopen september is mijn vader overleden, ik ben vierentwintig uur per dag voor mijn moeder aan het zorgen. Ik liep vorig jaar tegen een burn-out aan, was ook gestopt met werken. Die dag reed ik langs die politiebus en gooide mijn telefoon direct in mijn tas toen ze het zeiden.’ Hij schreeuwde alleen ook nog ‘rot op joh’ en ging ervandoor, waarna de agenten besloten achter hem aan te gaan.

‘Uit mijn dak gegaan’

‘Toen ben ik uit mijn dak gegaan. Ik zei dat ik naar mijn moeder moest, omdat het niet goed met haar ging.’ Maar daar zouden de agenten zich volgens Henk toen niks van hebben aangetrokken. ‘Ik draaide helemaal door. Ik baal onwijs dat ik niet tot tien heb kunnen tellen.’ Naast de bedreiging, maakte hij de agenten voor alles en nog wat uit. De agenten besloten al snel om hem mee te nemen naar het politiebureau. ‘Een van de agenten zei dat hij niets met mijn moeder te maken had, pakte me bij mijn nek beet en stopte me in de politiebus’, aldus Henk die wat bedrukt naar de rechter kijkt.
’s Avonds werd hij weer vrijgelaten. ‘Ik mocht niet eens naar huis bellen. Ik heb het allemaal zelf gedaan. Ik denk nog steeds: waarom? Ik denk zelf omdat het gewoon tot hier zit’, zegt hij terwijl hij zijn hand boven zijn hoofd houdt. De rechter luistert als Henk verder door raast. ‘Ik krijg geen hulp. De hele wereld is in elkaar gestort sinds m’n vader er niet meer is. Hij was het cement van de familie. Ik doe alles alleen, niemand zorgt voor mijn moeder.’

Rechtszaak komt niet goed uit

Als de rechter vraagt hoe het nu gaat, zegt hij dat de rechtszaak wel heel slecht uitkomt. ‘Ik zit in een re-integratietraject bij het UWV en kan dit nu helemaal niet gebruiken. Met mijn moeder gaat het nog niet goed. Ze krijgt nu wel wat hulp van instanties, maar daar ben ik ook echt heel lang mee bezig geweest.’
‘Is er licht aan het einde van de tunnel?’, vraagt de rechter. Henk kijkt haar vragend aan. ‘Licht? Dit tussendoortje kan ik niet gebruiken. Maar er is wel licht aan het einde van de tunnel voor mijn moeder. Het rouwproces is denk ik bijna voorbij’, zegt hij. ‘Ziet u zichzelf alweer aan het werk gaan?’, vraagt de rechter door. ‘Zou wel moeten. Ik zit al bijna een jaar thuis’, reageert Henk. Hij zucht.

Eerder voorkomen voor bedreiging

Uit het strafblad van Henk blijkt dat hij in 2017 en 2019 ook moest voorkomen voor het uiten van bedreigingen. De officier van justitie vindt dat hij al een gewaarschuwd mens was. ‘Ik ben blij dat meneer toegeeft dat hij er anders mee om had moeten gaan, maar dat neemt niet weg dat het is gebeurd. Als ik kijk naar meneers strafblad heeft hij in 2019 taakstraf gekregen voor bedreiging. En daarvoor moest u ook al voorkomen voor bedreiging. Ik begrijp dat meneer een emotionele dag had en het lontje dan korter is, maar er zit natuurlijk wel een grens aan.’ Hij eist voor de bedreiging en beledigingen vier dagen gevangenisstraf, waarvan drie dagen voorwaardelijk, en veertig uur taakstraf.
Henk schrikt als hij het woord gevangenis hoort. ‘Belachelijk’, zegt hij. ‘Dit is onrechtvaardig. Die agenten gingen in mijn ogen ook te ver door te zeggen dat ze niks met mijn moeder te maken hadden. Dat vind ik ook heel erg. Ik begrijp het niet, waar gaat dit over! Een dag de gevangenis in voor een telefoon.’ Hij zucht weer. ‘Mijn bewijs voor goed gedrag kan ik natuurlijk ook wel vergeten. Dan kan ik het re-integratietraject ook wel gelijk stoppen.’

‘Wat zou u redelijk vinden?’

‘Wat zou u redelijk vinden?’, vraagt de rechter als ze hem aankijkt. ‘Een waarschuwing of een geldboete. Ik ben inmiddels rustig geworden. Als ik naar de gevangenis moet, kan ik het schudden om een baan te krijgen. Ik vind het een veel te zware straf. Maar ik heb niks te willen…’
‘Ja, ik vraag het aan u’, gaat de rechter door. ‘Ja, een voorwaardelijke straf en geldboete zou me het beste uitkomen’, aldus Henk. De rechter staat op en loopt even de zaal uit om over de zaak na te denken. Eenmaal terug, zegt ze: ‘Ik begrijp wat er speelde, maar dat praat het niet goed. Ik vind dat de officier van justitie daar ook al rekening mee heeft gehouden. Op uw strafblad staan redelijk recentelijk twee bedreigingen.’ Ze volgt de eis van de officier van justitie. ‘Wat dat inhoudt voor uw Verklaring Omtrent Gedrag weet ik niet. Dat is elke keer anders.’

De gevangenis in

‘Dus één dag de gevangenis in en veertig uur taakstraf?’, sputtert Henk. ‘Dat is nogal wat.’ De rechter wijst hem op de optie om in hoger beroep te gaan. ‘Ik accepteer het maar gewoon. Ik hoop dat ik een goede baan kan vinden als ik die verklaring niet krijg’, zegt hij waarna hij nog wat mompelt. Hij zegt niet in hoger beroep te willen gaan. ‘Als dit het is, is het zo’, zegt hij en zucht weer, waarna hij opstaat. ‘Tot ziens’, zegt hij nog, waarna hij zich nog omdraait. ‘Oh nee, niet tot ziens natuurlijk’, aldus de man. Hij verlaat snel de zaal.

De namen zijn gefingeerd in verband met de privacy.

Bron: Omroep West